Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

1. Hoe ben je in Turkije terecht gekomen?
Buitenlandcorrespondent worden was al lang een droom van me, al was ‘ie lange tijd vaag. Hoe langer ik in de journalistiek zat, hoe langer ik freelance werkte en mijn eigen weg kon bepalen, hoe liever ik naar het buitenland wilde. Maar ik wist niet goed hoe ik dat als eenpitter aan moest pakken. Ik bedoel: als er een interessant land is waar al Nederlandse correspondenten zitten, wat zou ik daar dan aan toe te voegen hebben? En als er in een interessant land géén Nederlandse journalisten zitten, dan zal daar wel een reden voor zijn, dus waarom zou ík er dan naartoe gaan? Ik kwam er niet uit. Dus maakte ik af en toe een reisje om verhalen te maken. Naar Oost-Timor bijvoorbeeld, toen dat land in 2003 precies één jaar bestond, en naar de Gazastrook en de Westbank. Of ik schreef een verhaal als ik op vakantie was, zoals ooit in India.

Toen, in 2004, gaf de journalistenopleiding in Utrecht een cursus ‘Freelancen in het buitenland’, gegeven door een van mijn voorbeelden in onafhankelijke buitenlandjournalistiek, Linda Polman. Ik rende er naartoe, en wauw, raakte ik even geïnspireerd! Ik leerde aan welke voorwaarden een land moet voldoen om er als freelancer succesvol te kunnen zijn. Banden met Nederland bijvoorbeeld, en een hele serie andere cruciale dingen. Ik liet het bezinken, en concludeerde: Turkije.

Niet dat ik ooit in Turkije geweest was. Maar het idee was het waard me er verder in te verdiepen. In september 2004 nam ik een vliegtuig naar Turkije, en produceerde ik een verhaal in de centrale regio Kapadokya. Dat verhaal verkopen was een eitje, en de vrouwen waarmee ik sprak, waren open tegen me. Dus besloot ik nog een Turkije-verhaal te maken, en nog een, telkens in andere delen van het land. Het lukte me telkens de verhalen te verkopen, aan heel verschillende tijdschriften.

In 2006 voelde ik me zeker genoeg. Ik pakte mijn koffers, gooide mijn oude visitekaartjes weg en liet nieuwe maken: Fréderike Geerdink, journalist in Turkije.

2. Dus je wens naar Turkije te gaan had niets met de liefde te maken?
Nee. Er zijn echt vrouwen die welbewuste carrièrekeuzes maken.

3. Hou je van Turkije?
Nee. Ik ben er het type niet naar om van een land te houden. Turkije past me op de een of andere manier, zoals je in dit blogje kunt lezen, en in deze, maar liefde? Nee. Het zou ook niet goed zijn voor mijn werk natuurlijk, om van Turkije te houden, want liefde maakt blind, en dat kan ik als journalist natuurlijk niet gebruiken. Maar ik vind dit land wel ultra-interessant, en hoe meer ik erover leer, hoe geïnteresseerder en nieuwsgieriger ik word.

4. Ik ga binnenkort een paar dagen naar Istanbul, heb je wat tips voor me?
Istanbul is één grote tip. Dit is een veel te grote vraag om te beantwoorden. Voor deze site schreef ik een serie over ‘mijn’ stadsdeel Üsküdar, en voor maandblad Zin schreef ik een artikel met tips die je doorgaans niet in reisboeken tegenkomt. En ik heb nog wat tips over hoe je te kleden in Istanbul. Meer kan ik niet voor je doen. Mijn gewaardeerde vriend en collega Marc Guillet heeft wél meer te bieden, namelijk op zijn site Geniet van Istanbul.

5. Een hoteltip dan?
Nee.

6. Ben je getrouwd?
Soms, maar soms ook niet. Ligt aan m’n bui. Dat geldt ook voor de vraag of ik kinderen heb of niet: soms heb ik die inderdaad (drie stuks: twee meisjes en één jongen), maar soms ook niet. Ik krijg deze vragen meerdere keren per week, en ik word er bijkans gek van. Waarom is dit interessant?

7. Je bent eigenlijk een spion, toch? Haha, da’s een grapje natuurlijk.
Natuurlijk.

Snel