Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Goudmijnen bedreigen groen Turkije: zelfs nationale parken zijn niet meer veilig. Bewoners procederen en demonstreren. “We verwachtten meer steun.” Deel 4 in een serie over Europa.

Was het maar zo simpel, zucht Kumsal Yenilmez, actievoerster tegen de opening van meer mijnen in het westen van Turkije. Een rechter bepaalde onlangs dat de goudmijn bij het dorp Havran dicht moet tot er een deugdelijker rapport ligt over de effecten op het milieu. Maar ter plekke blijkt de goudwinning gewoon door te gaan. “Dat is de gewoonte in Turkije”, zegt Kumsal. En dat zegt ze niet zomaar: verschillende mijnen hebben al zonder problemen een hele reeks bedrijfssluitingen aan hun laars gelapt. De overheid geeft ‘speciale toestemming’ om toch met de exploitatie door te gaan, of neemt zelfs die moeite niet eens en dwingt een opgelegde sluiting niet af.
Kumsal Yenilmez woont al jaren in Altinoluk, een dorpje aan de kust in het westen van Turkije. Oorspronkelijk komt ze uit Istanbul en werd ze wat argwanend bekeken, maar ze won het vertrouwen van de bewoners door onvermoeibaar te strijden tegen de goudmijnen. De streek leeft van uitgestrekte olijfgaarden. Die staan op het spel, zegt Kumsal terwijl ze door een olijfgaard loopt waar in dit seizoen de bomen worden gekortwiekt. Grootste gevaar is het in het milieu terechtkomen van cyanide, het giftige spul waarmee goud en steen gescheiden worden. Dat wordt in grote bassins opgeslagen. Als die gaan lekken, spontaan of bijvoorbeeld door een aardbeving – niet ongewoon in Turkije – kun je de olijfbouw wel vergeten.

Verouderde winningsmethode

Dat ongelukken niet denkbeeldig zijn, bleek in juni 2006 bij een andere goudmijn, iets oostelijker, bij het dorpje Eşme. Door een verouderde winningsmethode kwam er cyanide vrij, die door aanhoudende dichte en lage bewolking bleef hangen. Honderden mensen belandden met vergiftigingsverschijnselen in het ziekenhuis. De mijnbedrijven zeggen dat de mijnbouw er niets mee te maken had. Rechtszaken om schadevergoeding lopen nog steeds. De mijn werd na een rechterlijke uitspraak, waarin werd gesteld dat er te veel gevaar was voor de bewoners en het milieu, gesloten. Inmiddels ligt er een nieuwe uitspraak, waarin een technisch gebrek in de vorige uitspraak werd geconstateerd; sinds zo’n twee maanden is de mijn weer in bedrijf.

De Turkse milieubeweging liet eigenlijk voor het eerst echt van zich spreken toen er werd geprotesteerd tegen de opening van de eerste goudmijn in Turkije, halverwege de jaren negentig bij het historische plaatsje Bergama. Vooral naakt demonstrerende mannen en een protest op de Bosporusbrug in Istanbul trokken de aandacht. Het waren bewoners die in actie kwamen, en sindsdien zijn het nog altijd plaatselijke en regionale actiegroepen die de strijd tegen de mijnen voeren.
In west-Turkije is GÜMCED (Zuid-Marmara Natuur- en Cultuurbeschermingsorganisatie) de belangrijkste. De plaatselijke afdeling wordt bestierd door hogeropgeleide streekbewoners als onderwijzers, advocaten, architecten en gepensioneerde ambtenaren. Praktische hulp en expertise komt vaak van leden van landelijke beroepsorganisaties, advocaten en ingenieurs, die pro deo helpen in de strijd. De dorpelingen komen in actie bij demonstraties of wegblokkades – zo’n barricade staat voor deze maand weer gepland. Turkije’s grootste milieuorganisatie, TEMA, is, net als internationale organisaties als WWF of Greenpeace, slechts zijdelings betrokken.

Europees Hof

De protesten in Bergama inspireren mensen die nu nieuwe mijnen willen tegenhouden. Al was het succes van de protesten in Bergama in retrospectief niet erg succesvol: de mijn kwam er toch, verschillende gerechtelijke uitspraken hielpen niets, de overheid stimuleert de mijnbouw en doet geen moeite naleving van de uitspraken af te dwingen. Tegenstanders kunnen dan nog naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. En die veroordeelde Turkije in 2007 inderdaad wegens het negeren van de uitspraken. Pas over tien, vijftien jaar is een EU-lidmaatschap mogelijk, en of dat zal helpen, is onduidelijk. De activisten zijn wantrouwend: ze hadden meer steun van EU-politici verwacht. Iedereen spreekt zich uit over de Koerden en vrije meningsuiting, maar niet over het milieu in Turkije.

De angst voor nieuwe mijnen en de motivatie ertegen te protesteren, zijn sinds 2004 aangewakkerd. Toen werd er een wet aangenomen die ook nationale parken niet vrijwaart van mijnbouw. De milieubeweging heeft direct protest aangetekend, maar dat ligt nog steeds bij het Hooggerechtshof. Een uitspraak lijkt er op korte termijn niet te komen. De milieubeweging gelooft dat de wet van 2004 ingaat tegen de grondwet, die iedere Turk het recht geeft te leven in een gezonde omgeving, en die stelt dat het de plicht is van zowel staat als burgers om milieuvervuiling tegen te gaan.

Land van mijnbouw en kaalslag

De Turkse en buitenlandse mijnbedrijven garanderen verantwoordelijk en veilig te werken en beloven bij vertrek de natuur in oude staat te herstellen. Dat stelt Mehmet Öznal, actief voor GÜMCED in Altinoluk, niet gerust: “Er zijn nu meer dan zeshonderd licenties uitgegeven voor mijnbouw, 110 in deze streek. Voor elke mijn moeten duizenden bomen tegen de vlakte. Turkije is 780 duizend vierkante kilometer groot, en de licenties beslaan in totaal 155 duizend vierkante kilometer. Als al die mijnen er komen, is Turkije niet langer het land van de vele beschavingen, maar het land van mijnbouw en kaalslag.”

De mijn bij Bergama, van rechtswege gesloten maar van overheidswege opengehouden, verstoort het landschap enorm. Maar er omheen is het nog groen. Hele dorpen leven nog steeds van de landbouw, olijfgaarden en vooral van de pijnbomen. Een verwoest landschap vind je hier niet. Is het uiteindelijk meegevallen, de gevolgen van de mijn? “Nee, helemaal niet”, zegt Irhan Keskin, één van de tegenstanders van de mijn. “Het is misschien niet te zien, maar we zijn bang voor de schadelijke effecten op lange termijn. Als er iets misgaat met cyanide, kunnen we landbouw hier verder wel vergeten. Na een paar jaar is het goud uit de grond en stopt de mijnbouw, terwijl de schade aan het milieu voor altijd kan zijn.”

Zo rijk als Zwitserland

Ook de omgeving van het dorp Kozak, een van de zeventien dorpen rond Bergama die zich gezamenlijk verzetten tegen de licensies, is wonderlijk mooi. Wie van bovenaf kijkt, ziet eindeloze heuvels met pijnbomen. Hier leven de mensen al generaties lang van de pijnboompitten. Onlangs, zo zegt een dorpshoofd, heeft een professor van de universiteit van Izmir nog gezegd dat deze regio zo rijk is als Zwitserland. Zeventien dorpen, 38 miljoen dollar inkomen per jaar, allemaal dankzij de pijnboompitjes. Hij bedoelt maar: met het verhaal dat de mijnen werkgelegenheid brengen, krijg je de dorpsbewoners niet om. “We komen helemaal niets tekort. De multinationals worden rijk van de mijnbouw, de natuur loopt het risico uit balans te raken en dan zijn wij onze inkomsten kwijt.” Als rechtgeaarde Turk citeert hij in dezen graag Atatürk, vader des vaderlands: “Het land is heilig, we kunnen het niet aan haar lot overlaten.”

No Comments »

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel