Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Er wordt terecht veel geklaagd over het gebrek aan persvrijheid in Turkije. Maar ook een probleem is dat veel Turkse journalisten lak hebben aan journalistieke principes en dansen naar de pijpen van media-eigenaren. Journaliste Banu Güven: ‘Extreme taal en polarisatie doen het goed.’

Er hangt een groot rood bord in de hal bij Hürriyet, één van de grootste kranten van Turkije: Onze Basisprincipes. Twintig regels waar de journalisten van de krant zich aan te houden hebben. Op één: ‘De basisfunctie van de journalistiek is het publiek zo snel mogelijk informeren over de waarheid, zonder de waarheid geweld aan te doen door die te veranderen of te overdrijven.’ De ombudsman van de krant, de gerespecteerde en ervaren journalist Faruk Bildirici, vindt het belangrijk dat ze er hangen, maar zegt: ‘Ze worden dagelijks overtreden.’

Faruk Bildirici

Sla Hürriyet, en elke andere Turkse krant er maar op na. Feitelijke, objectieve berichtgeving is ver te zoeken. Sterker nog: het wordt niet eens geprobéérd. Interessant recent voorbeeld is de berichtgeving rond de dood van de jonge Turk Ishan Gürz in een politiecel in IJmuiden, begin juli. De Engelstalige krant Today’s Zaman, spruit van de grote Turkstalige, islamitische pro-regeringskrant Zaman, maakt er een sport van berichtgeving over moslims die in Europa onder verdachte omstandigheden overlijden, totaal uit de klauwen te laten lopen. Zonder enig bewijs kopte de krant daags na de dood van Gürz: Turkse man door ernstige marteling omgekomen in Nederlands politiebureau. Vervolgens werd het overlijden zonder omhaal in het perspectief gezet van toenemende islamofobie in Europa.

Zo ging het twee zomers geleden ook na de moord op Arzu Erbas, eigenaresse van een Amsterdamse creche. Zelfs toen duidelijk was dat de moord niets te maken had met islamofobie of racisme, maar mevrouw er een buitenechtelijke relatie op nahield en dáárdoor in de problemen was gekomen, bleef Zaman hameren op haat tegen moslims als achtergrond van het drama.

‘In de dagelijkse praktijk betekenen ethische codes niets’

Je zou het de andere kant van de Turkse persvrijheidsmedaille kunnen noemen. De ene kant, die is bekend: er is censuur in Turkije, zelfcensuur ook, er zitten tientallen journalisten in het gevang en er lopen honderden rechtszaken tegen journalisten van velerlei pluimage (zie kader). Dat journalisten zich ondertussen buitensporige vrijheden permitteren in hun dagelijkse verslaggeving en alle journalistieke basisregels aan hun laars lappen, is nauwelijks een onderwerp van gesprek.

Dogan Tilic

Dogan Tilic, onder andere hoogleraar journalistieke ethiek aan universiteit ODTÜ in Ankara en vice-voorzitter van de Europese Associatie van Journalisten, somt op: ‘Seksisme, nationalisme, haat: de Turkse kranten staan er elke dag vol mee. Vrijwel elke krant en elk TV-station heeft een ethische code zoals Hürriyet, maar in de dagelijkse praktijk betekenen ze niets. Dat komt door de allerbelangrijkste regel in de Turkse journalistiek: Ga nooit in tegen de belangen van de eigenaar.’

Op de persvrijheidindex van de organisatie Reporters without Borders is Turkije dit jaar gezakt naar de 138ste plaats, nog net een stapje hoger dan Ethiopië. De slechtste score in tien jaar. Volgens het laatste rapport van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de OVSE, zitten er momenteel 57 journalisten in de gevangenis (een deel vooralsnog zonder veroordeling) en lopen er ongeveer 700 rechtszaken tegen journalisten.
Journalisten die vanuit Koerdisch perspectief berichten over de Koerdische kwestie en de PKK, komen het vaakst in de problemen. Hen wordt meestal ‘propaganda voor een terroristische organisatie’ ten laste gelegd, met hoge gevangenisstraffen als gevolg. Daar was in de doorsnee Turkse media nooit veel aandacht voor. Nu er ook journalisten van andere pluimage worden opgepakt, zoals degenen die verdacht worden van betrokkenheid bij coupplannen, groeit de verontwaardiging én de eensgezindheid onder Turkse journalisten over het gebrek aan persvrijheid.

Vrijwel alle Turkse media zijn onderdeel van een mega-concern, dat ook in bankzaken zit, in verzekeringen, in de bouw, mijnbouw, levensmiddelen, noem maar op. De motieven een krant of TV-station op te zetten, zijn zelden journalistiek en meestal puur economisch. Dogan Tilic herinnert zich een collega die voor een krant schreef waarvan de eigenaar ook in kip zat. Tilic: ‘Er moest elke dag een stuk in de krant over kip en over hoe gezond wit vlees was. Tot de krant van eigenaar veranderde. Kip verdween uit de kolommen.’

En dat dan in het groot. Krantenconcerns zitten ook in mijnbouw, en dus was er nauwelijks aandacht voor een potentiële milieuramp eerder dit jaar bij een zilvermijn. Voor het bouwen van dammen geldt hetzelfde: in het noorden van Turkije is veel burgerlijk verzet tegen de aanleg van dammen in natuurgebieden, maar je leest er nauwelijks over. En de negatieve gevolgen van de privatiseringsgolf die Turkije al jaren overspoelt? Geen item, want de media-eigenaren bieden op staatsbedrijven die in de verkoop gaan. En in verband daarmee kunnen concerns weer niet té kritisch of onthullend zijn over regeringspartij AKP, want aan niet-bevriende bedrijven gaan lucratieve deals voorbij.

Om die kranten met de voor de eigenaar gunstigste mix van nieuws en opinie tot zo hoog mogelijk oplages op te stuwen, wordt alles overgoten met een sausje waar de gemiddelde krantlezende Turk van smult: nationalisme, polarisatie, sensatie, seks en seksisme. Anti-Koerdische en anti-Armeense sentimenten worden aangewakkerd, en in de berichtgeving over huiselijk geweld lijken door hun echtgenoot vermoorde vrouwen hun dood aan zichzelf te danken te hebben (‘Ze ging ’s avonds zonder toestemming de deur uit en nu is ze dood!’). Sneuvelen er soldaten in de strijd tegen de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, dan is er altijd wel een krant die de volgende dag uitpakt met een Turkse vlag die zowat de hele voorpagina beslaat. Toen er onlangs dertien soldaten omkwamen en er serieuze twijfel ontstond over de vraag of het de PKK wel was of een fout van het leger zelf, durfde haast geen krant het aan serieus over die twijfel te berichten.

En dan zijn er nog de ideologisch geïnspireerde kranten, TV-stations en ‘journalistieke’ websites. Zaman, inmiddels één van de grootste kranten, behoort toe aan de volgelingen van de immens populaire en omstreden prediker Fethullah Gülen, steunt de regering en publiceert nooit iets dat niet in haar straatje past en juist graag en veel over het Gülen-imperium. De Gülen-volgelingen hebben ook een TV-station. De ooit belangrijke maar nu gemarginaliseerde nationalistische krant Cumhuriyet verdedigt de republiek, het Turkse leger en de rest van de gevestigde macht, en grijpt elke kans aan mensen die er anders over denken aan de schandpaal te nagelen.

‘Kinderen van Mozes’ is al jaren een bestseller

Nog een stap erger: boeken en websites. Wist u dat de Turkse premier Erdoğan en zijn vrouw eigenlijk Joodse roots hebben en in het geheim samenwerken met de Israelische geheime dienst om… nou ja, het gaat wat ver hier de hele complottheorie uit de doeken te doen, maar het anti-semitische en racistische boek heet ‘Kinderen van Mozes’, is al jaren een bestseller en het feit dat het door een ‘journalist’ geschreven is, geeft het een zweem van betrouwbaarheid. De schrijver, Ergun Poyraz, zit inmiddels in het gevang wegens vermeende betrokkenheid bij Ergenekon, een schimmig netwerk van lieden die de AKP-regering ten val zouden willen brengen. Net als Soner Yalcin, hoofdredacteur van OdaTV, een nationalistische website. Journalisten? Of ultra-nationalisten die een bordje ‘journalist’ op hun deur spijkeren om zo enige autoriteit aan hun schrijfsels te geven, en mee te kunnen liften op de verontwaardiging over een gebrek aan persvrijheid als ze worden opgepakt?

Je zou simpelweg kunnen zeggen dat de Turkse media een kristalheldere spiegel zijn van de politieke verhoudingen in het land en er je schouders over kunnen ophalen. Ware het niet dat er doden te betreuren zijn. De media waren één van de krachten achter de moord, begin 2007, op de Turks-Armeense journalist Hrant Dink. Het diep gewortelde sentiment dat Armeniërs verraders zijn, werd door sommige media slim uitgebuit. En zo zijn de underdogs in de Turkse samenleving – van Koerden tot Armeniërs, van studentes met een hoofddoek tot zigeuners – de slachtoffers, terwijl zij nou juist gesteund zouden kunnen worden door een professionelere pers, die publiceert over feiten in plaats van dodelijke sentimenten.

Een journalistiek gericht op vrede en begrip

Hürriyets ombudsman Bildirici neemt het woord ‘vredesjournalistiek’ in de mond. ‘We zouden een journalistiek moeten ontwikkelen die is gericht op vrede en begrip’, zegt hij. ‘Ik rapporteer er maandelijks over aan de directie, over discriminatie en haat in de krant, maar het helpt allemaal niet veel.’ In zijn wekelijkse halve pagina in de krant kan hij ook niet schrijven wat hij wil. Zoals toen de krant foto’s van lijken van soldaten publiceerde en er kritiek kwam van lezers dat dat respectloos was. Bildirici: ‘Ik dacht: die kritiek kregen we niet toen we een foto van het lichaam van de net vermoorde Hrant Dink lieten zien. Maar ik schreef het niet op. De tijd is er nog niet rijp voor.’

De journalisten van de krant neemt Bildirici overigens niets kwalijk. Die zijn aan de wolven overgeleverd. Waar in een gezond journalistiek klimaat de hoofdredacteur het journalistieke beleid verdedigt tegenover de commercieel denkende uitgever, heeft de hoofdredacteur in Turkije de taak te zorgen dat zijn journalisten doen wat de uitgever wil. Hoogleraar en journalist Dogan Tilic bevestigt dat: ‘Jonge journalisten die net van de universiteit komen, zijn vaak erg idealistisch en doordrongen van journalistieke ethiek. Een paar jaar later zijn ze onderdeel van het systeem. Ze worden er langzaam in meegezogen. Doe je er niet aan mee, dan worden je stukken niet gepubliceerd of raak je je baan kwijt.’

Banu Güven: ‘Ik vind het belangrijk mijn woorden zorgvuldig te kiezen’

Of je néémt ontslag. Zoals Banu Güven, al veertien jaar een van dé gezichten van het grote, als behoorlijk journalistiek bekend staande nieuwsstation NTV. Ze had een dagelijkse politieke talkshow met één gast, en kon niet meer uitnodigen wie ze wilde. De Koerdische politica en mensenrechtenactiviste Leyla Zana stond hoog op haar verlanglijstje, maar kwam niet door de keuring. Te controversieel. Van de ene op de andere dag verdween Güven begin juli van het scherm.

Banu Güven

Vlak daarna schreef ze een open brief aan premier Erdoğan, waarin ze hem verantwoordelijk stelt voor de verslechterde persvrijheid. De weinig kritiek duldende premier hoeft nauwelijks nog te censureren, want dat doen de media ondertussen helemaal zelf, stelt ze. ‘Extreme taal en polarisatie doen het goed, er is een zeker vaststaand woordgebruik’, zegt ze in een telefonisch interview. ‘Maar ik vind het belangrijk mijn woorden zorgvuldig te kiezen en niet met vaststaande frases mee te doen. Bij NTV kan dat nog wel, maar de algemene sfeer in de journalistiek wordt slechter. Ik voelde dat ik mijn werk niet langer behoorlijk kon doen.’

Ze heeft aanbiedingen gekregen van andere media, maar slaat ze allemaal af. Güven: ‘Het is vrijwel overal hetzelfde. Ik ga nu aan eigen projecten werken, en schrijven voor mijn eigen site. De journalist zijn die ik wil zijn. Tien, vijftien jaar geleden had dat niet gekund, maar met de mogelijkheden die internet en zelf publiceren nu bieden, kan het wel.’

Het leger van de imam

Precies daaruit haalt ombudsman Bildirici hoop voor de toekomst. ‘Verhalen komen uiteindelijk naar buiten, altijd. Er zijn steeds meer Turkse journalisten die boeken schrijven of op internet publiceren over onderwerpen die ze in de krant niet kwijt kunnen. Die boeken krijgen vaak veel aandacht, juist omdat ze naar buiten brengen wat anders binnenskamers blijft.’

Hij realiseert zich hoe wrang dat klinkt. Eerder dit jaar werd de als goed en degelijk onderzoeksjournalist bekend staande Ahmet Sik opgepakt, vanwege zijn boek ‘Het leger van de imam’, waarin hij wilde aantonen dat het Turkse politieapparaat wordt geïnfiltreerd door volgers van Fethullah Gülen. Zijn bronnen worden tegen hem gebruikt: hij zit vast op verdenking van banden met Ergenekon. Bildirici: ‘Een gebrek aan journalistieke ethiek is een groot probleem in Turkije. Maar de afnemende persvrijheid, met een steeds maar toenemend aantal journalisten in de gevangenis, is een nóg groter probleem.”

 

 

6 Comments »

6 Responses to “Objectieve journalistiek? Niet in Turkije!”

Comments

  1. Feridun Aydin aug 03 2011 / 4pm

    Uw artikel is meestal balanced en klopt. Maar voor anti-kurds en anti-armeens bias bij Turkse pers kan ik niet hetzelfde beweren. Er zijn zelf armeense en kurdse kranten. En bij Hurriyet kan je heel veel “armeens-knuffelaars” vinden.

    U moet eerst van islam bias wegdoen en islamphobie in europa accepteren.

  2. Anna Broos aug 05 2011 / 10am

    Wat bias betekent weet ik niet. Islamphobie in Europa valt niet te ontkennen (hoewel ik het zeker niet wil accepteren) en wordt ook vaak overdreven om het gelijk te kunnen halen en/of om het nieuws te kunnen verkopen door in te spelen op onderbuik gevoelens. (ik noem dat ‘zielige journalistiek’)
    Ik vond het weer een interessant artikel. Dank Frederike.

  3. can aug 06 2011 / 4pm

    Heel ınteressant.Bedankt Frederike.

  4. Fréderike Geerdink aug 10 2011 / 2pm

    Feridun, ik hoop dat je Turks goed is en je dit artikel kunt lezen: http://ow.ly/5ZDOJ Een overduidelijk spiksplinternieuw voorbeeld van anti-Armeens sentiment. Schandalig. Voor degenen die geen Turks lezen: enkele weken geleden was er flinke ophef in Turkije over de woroden van de Armeense president, die gezegd zou hebben dat Armeense jeugd ‘West-Armenië’ moet bevrijden – ‘West-Armenië, dat is dan Oost-Turkije. Maar de president had dat helemaal niet gezegd, Hürriyet heeft zijn woorden gewoon totaal verdraaid. Vele kranten namen het over, politici reageerden boos, inclusief Erdogan. Nu geeft Hürriyet toe dat ze de woorden van de president verdraaid hebben. Dat heeft weer een boel schade aangericht.

  5. Ahmet aug 11 2011 / 3pm

    Hallo Fréderike, ik heb met veel interesse jou artikelen gelezen. Bedankt voor je heldere, andere en soms ook kritische kijk op diverse zaken in Turkije ! Woon bijna 40 jaar in NL, in mijn geboorteland TR heb ik maar een aantal jaren meegemaakt. Vaak hoor ik opmerkingen, reacties van mijn bekenden, vrienden en/of familie leden, over hetgeen in TR gaande was/is. Ook probeer ik vaak mijn info over TR te verzamelen via de diverse Turkse media op internet. Maar de meeste info die ik zo tot mij krijg, is vaak vanuit diezelfde invalshoek. Zo min mogelijk kritiek (lees negativiteit) t.a.v. Turkije, Turkse overheid, Turkse samenleving etc.. Dankzij jou manier van schrijven, kan ik vele zaken, ook op een andere manier tot mij nemen ! Misschien komt het door mijn “lange afwezigheid” van TR…misschien komt het juist door die vier decennia in NL opgroeien, studeren en/of wonen en leven… Hoe dan ook bedankt voor jou kijk op TR ! Het is voor mij informatief, verhelderend en tegelijkertijd helpt het mij ook om – daardoor – regelmatig op een andere manier te kijken naar hetgeen hier in NL gaande is, t.a.v. autochtonen, allochtonen, minderheden, culturen, vrijheid, etc…
    Ga vooral zo door !! Ik zal zoveel mogelijk proberen om jou verhelderende en boeiende onderwerpen / artikelen te lezen.
    Groetjes, Ahmet

  6. aliyazar aug 26 2011 / 1pm

    dat is toch eigenlijk de reden dat er uberhaupt media bestaan, om feiten te verdraaien of juist om nieuws te produceren.
    ik denk eigenlijk niet eens dat er onafhankelijke media bestaan.
    daar doe jij net zo goed aan mee want je neemt klakkeloos meningen etc over zonder dat je daar de achtergrond op een degelijke manier van heb onderzocht

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel