Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Vierhonderd jaar geleden begon het, de officiële betrekkingen tussen de Republiek der Verenigde Nederlanden en het Ottomaanse Rijk. Jan-Paul Dirkse is nu de ambassadeur in Turkije’s hoofdstad Ankara. Hoe ziet hij de betrekkingen tussen beide landen nu?

Gepubliceerd in een gelegenheidstijdschrift van het Stedelijk Museum Schiedam. De eerste Nederlandse ambassadeur in Turkije, Cornelis Haga, kwam uit Schiedam. Ter gelegenheid van de viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije, is er in de Grote of Sint Janskerk in Schiedam een tentoonstelling over Marius Bauer, één van de Nederlandse kunstenaars die werkte in het Ottomaanse Rijk. Klik hier voor meer info over de tentoonstelling.

‘Natuurlijk, er was wel eens een dispuut in handel en zaken, maar op macroniveau konden de Republiek der Verenigde Nederlanden en het Ottomaanse Rijk het buitengewoon goed met elkaar vinden.’ Jan-Paul Dirkse, Nederlands ambassadeur in de Turkse hoofdstad Ankara, vat de betrekkingen tussen de voorlopers van Nederland en Turkije samen, maar heeft het eigenlijk tegelijkertijd over de betrekkingen tussen beide landen nú. Er is wel eens een relletje, een onenigheid, maar in de basis is de relatie goed. Dirkse: ‘En dat willen we dit jaar belichten: hoe goed het gaat tussen Nederland en Turkije’.

Hij somt op op welke fronten het allemaal goed gaat: ‘Turkije is al decennia NAVO-lid en natuurlijk is er het toetredingsproces tot de EU. Nederland is één van de grootste investeerders in Turkije, Turkije investeert ook in Nederland, met name in de Rotterdamse haven, en natuurlijk is er de enorme bijdrage die de Turkse gemeenschap aan Nederland levert, zeker in economische zin.’

‘Nederland had in die tijd economisch veel te bieden’

Het heeft allemaal zijn oorsprong in de tocht die de eerste ambassadeur Cornelis Haga, een Schiedammer, maakte in 1611: in vijf maanden tijd reisde hij over land en zee naar het toenmalige Constantinopel, nu Istanbul. Handel was er al volop tussen de Republiek der Verenigde Nederlanden en het Ottomaanse Rijk, diplomatieke betrekkingen nog niet. Haga kwam in december 1611 aan, en moest een paar maanden wachten tot hij bij de sultan op audiencie mocht en officieel toestemming kreeg een diplomatieke post te openen. In het voorjaar van 1612 was het zover.

De Ottomaanse sultan ging daarmee overigens voorbij aan de bezwaren van andere landen waar hij al officiële betrekkingen mee had, zoals Venetië en Groot-Britannië. ‘Zij waren bang dat officiële banden tussen Nederland en de Ottomanen hun belangen zou schaden’, legt Dirkse uit. ‘Maar de sultan trok zich er niets van aan. Waarom dat kleine Nederland belangrijk was? Nederland had in die tijd economisch natuurlijk veel te bieden, maar we waren te klein om een bedreiging voor het Ottomaanse Rijk te zijn.’

Kunstenaars aan het hof

Haga bleef 27 jaar in Constantinopel, en zorgde ervoor dat de Nederlanden zichtbaar waren in Constantinopel, destijds de rijkste en meest dynamische stad van Europa. Oók aan het hof van de sultan. Ambassadeur Dirkse: ‘Haga introduceerde bijvoorbeeld Nederlandse kunstenaars aan het hof, die daar vervolgens hun werk konden doen.’

Wat dat betreft is er niet zo veel verschil met nu: ook tegenwoordig zetten de ambassade in Ankara en het consulaat in Istanbul zich enorm in voor de promotie van het Nederlandse culturele leven in Turkije, van muziek, dans en schilderkunst tot DJ’s en fotografie. Dit jaar gaat daar nog eens een schepje bij bovenop: het hele jaar door zijn er in Istanbul grote exposities van Nederlandse kunstenaars en collecties uit Nederlandse musea, en vele andere culturele activiteiten.

Hét grote verschil tussen 1612 en nu, zegt Jan-Paul Dirkse, is het feit dat er nu zo’n 386.000 Nederlanders met Turkse roots zijn. Die zorgen voor een extra impuls aan zowel de culturele als economische banden tussen Nederland en Turkije. ‘Een tijd geleden zat ik aan tafel met Turkse ondernemers in Nederland. Succesvolle ondernemers. De tafel zat vol hoor, met eigenaren van bedrijven met zeker twintig miljoen euro omzet.’

Naar Turkije op vakantie

Contacten op economisch en menselijk niveau zijn belangrijk dit jaar, zegt Dirkse. Is dat extra belangrijk nu er in Nederland ook met enig wantrouwen wordt gekeken naar dat grote land aan Europa’s oostgrens, bevolkt door ruim zeventig miljoen moslims? Dirkse: ‘Ach, ja, er is wat wantrouwen natuurlijk, maar zolang er elk jaar nog 1,2 miljoen Nederlanders naar Turkije op vakantie gaan, valt het met dat wantrouwen ook wel weer mee. Weet je, Nederlanders zijn wat geneigd wantrouwig te kijken naar wat anders is dan zijzelf, we zijn minder cosmopolitisch dan we denken.’

Juist door de festiviteiten van dit jaar zou het beeld over Turkije wat bijgesteld kunnen worden. In vierhonderd jaar zijn de betrekkingen zo sterk geworden en doorgedrongen tot in de haarvaten van beide samenlevingen, dat iemand het in zijn hoofd zou halen die betrekkingen in de waagschaal te stellen. Ambassadeur Dirkse: ‘Als we daar maar een paar mensen van kunnen overtuigen dit jaar, zou dat al heel mooi zijn.’

No Comments »

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel