Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Negentien jaar werkte Umran Sölez Tan als kinderrechter in Turkije. Haar opgebouwde frustraties over de manco’s van het Turkse jeugdstrafrecht verwerkte ze in een veelbesproken filmpje. ‘Het Turkse systeem jaagt kinderen linea recta het volwassenenstrafrecht in.’

Umran Tan

Istanbul – Een maandagochtend in oktober. Een gevangenisbusje rijdt de stoep voor de rechtbank op. Een groepje gendarmes springt naar buiten. Uniformen met groene pet, machinegeweer in de aanslag. Dan stappen de verdachten uit. Twee aan twee, geboeid en stevig bij de bovenarm gegrepen door een gendarme. Sommigen kijken boos of proberen uit protest hun arm los te wrikken, anderen lijken zich te generen. De hekkensluiter lacht als hij zijn familie bij de ingang van het gebouw ziet staan. Waarop tante en opa prompt in tranen uitbarsten – de vader van de verdachte slikt en kijkt weg. Vijftien is zijn zoon nog maar, en hij heeft er al een jaar achter tralies opzitten. ‘Zonder rechtszaak’, zegt zijn tante. ‘Misschien wordt hij vandaag wel vrijgesproken, want hij heeft niets gedaan.’

‘Kinderrechtbank Istanbul’, staat er met grote letters op de gevel van de rechtbank. Volgens kinderrechter Umran Sölez Tan een misleidende benaming. ‘Het suggereert dat wat hier gebeurt, kinderen recht doet’, zegt ze, ‘en dat doet het niet. Turkije heeft kinderrechtbanken opgezet, maar veel verder dan het inrichten van een apart gebouw voor kinderrechtspraak is het niet gekomen.’
Tan (50) is net gepensioneerd maar haar missie is nog lang niet volbracht. Ze had haar toga nog niet uit of ze nam een camera ter hand om een korte film te maken over de misstanden die het Turkse kinderstrafrecht volgens haar kent. ‘Er zijn geen voorzieningen om kinderen na een vergrijp op het rechte pad te krijgen. Ze krijgen een voorwaardelijke straf, komen vrij en keren meteen weer terug naar hun oude, meestal armoedige, milieu. Jeugdcrimineeltjes worden zo vanzelf volwassen criminelen.’

Een plek in Gülhane

Tans film, Gülhane’de bir yer (‘Een plek in Gülhane’, de wijk waar de kinderrechtbank zetelt) duurt hooguit een kwartier en is sober, met weinig tekst. De film toont de dagelijkse gang van zaken in de rechtbank. Verdachten die na aankomst naar een kamer achter de rechtszalen worden gebracht. Advocaten en familieleden die wachten in de centrale hal. Elke twintig, dertig minuten kondigt een bode luid aan welke zaak aan de beurt is. De rechtszaal zelf is voor journalisten verboden terrein – ook voor Umran Tan met haar camera. ‘Maar ze konden me natuurlijk geen toestemming weigeren te filmen in het gebouw waar ik zo lang heb gewerkt.’
Umran Sölez Tan begon haar carrière als rechter in 1977, toen er nog geen kinderrechtbanken bestonden. Ze moest destijds oordelen over een paar kinderen die snoep hadden gejat. ‘Ik kon niet anders dan de wet volgen, die kinderen moesten een tijdje zitten’, zegt ze. Elf jaar later werd de eerste kinderrechtbank geopend, twee jaar later werd Tan aangesteld als kinderrechter. (Ter vergelijking: in Nederland werden al in 1912 kinderrechtbanken met bijbehorende speciale wetten opgericht.)
Tan: ‘Ik was enthousiast. Er werkten zelfs psychologen, het wekte de indruk dat werkelijk gekeken werd naar wat het beste voor de kinderen zou zijn.’ Maar al gauw vroeg de rechter zich af wat die psychologen eigenlijk in de rechtszaal deden. ‘Ze zouden beter kunnen werken in speciale voorzieningen voor criminele kinderen, maar ja: die waren er niet.’

Haar ogen gingen pas echt open toen ze begin jaren negentig twee jaar in Zwitserland woonde. Dat land had speciale wetten voor jonge delinquenten. Ze bezocht er geregeld de kinderrechtbank. ‘In Turkije keken we op tegen het systeem in Europa. Daarom ook zijn er op onze weg richting EU-lidmaatschap kinderrechtbanken ingevoerd. Maar zonder enige kennis van zaken en zonder speciale wetten. Als kinderrechter zou je een beslissing moeten kunnen nemen die recht doet aan wat het kind heeft misdaan en tegelijkertijd rekening houdt met zijn achtergrond. De straf moet herhaling voorkomen. Het Turkse systeem ontbeert de mogelijkheid een straf te geven waar een kind ook maar íets aan heeft.’

Twaalf jaar gevangenis

In de loop der jaren raakte Tan steeds gefrustreerder over wat ze kon betekenen voor ‘haar’ kinderen. ‘Je kunt kinderen wel straffen, maar je moet iets doen aan de oorzaken van hun criminele gedrag. Armoede, gebrek aan onderwijs, geen aandacht thuis, of zelfs dakloosheid. Maar daar wordt totaal niet naar gekeken, de kinderen worden behandeld alsof ze zelf verantwoordelijk zijn.’
Het Turkse systeem van kinderstrafrecht maakt onderscheid tussen kinderen onder de vijftien en kinderen tussen de vijftien en achttien. Maar beide groepen kunnen celstraf krijgen voor zwaardere misdrijven zoals gewapende overvallen, verkrachting of moord. De straffen zijn lager dan die voor volwassenen maar kunnen oplopen tot zeven jaar voor kinderen onder de vijftien oplopen en tot twaalf jaar voor de oudere groep, zonder noemenswaardige aandacht voor reclassering. ‘Als je als kind de fout ingaat, krijg je dus geen mogelijkheid een nieuwe start te maken. Je komt als volwassene de maatschappij weer in, te oud om je school af te maken en zonder dat je in de gevangenis iets nuttigs hebt geleerd. Hoe moeten die jongeren verder? Grote kans dat ze als volwassene weer crimineel worden.’
Bij minder ernstige vergrijpen is het systeem al niet veel beter, vindt Tan. Daar staat meestal een voorwaardelijke straf op, ‘wat in feite betekent: linea recta terug naar het milieu waarin ze nog crimineler zouden worden. Ik feite stuurde ik ze indirect door naar de volwassenenrechtspraak.’
Sinds 2005 is het iets beter en kunnen kinderen ook veroordeeld worden heropvoeding in een internaat. ‘Maar in de praktijk is die bepaling vrij nutteloos’, meent Tan. ‘Zulke internaten zijn er nauwelijks. De overheid is goed in papieren wetten maar de praktische uitwerking wordt vergeten.’

Een goed dagritme, een fatsoenlijk bed

Mehmet (niet zijn echte naam) van vijftien is zo’n jongen van wie Tan vreest dat hij van kwaad tot erger zal vervallen. Zijn familie wacht voor de rechtbank tot hij, vanuit de gevangenis, arriveert. Mehmet is met een leeftijdgenoot aangeklaagd wegens aanranding. Over de toedracht wil de familie niet veel kwijt, alleen dat er nog een derde, oudere jongen bij was die de leiding had, maar die is aan de politie ontkomen. Mehmets vader, weduwnaar, vertelt: ‘Mijn zoon is nog een jochie, een naïef ventje, die kun je hier echt niet verantwoordelijk voor houden.’ Mehmets tante: ‘Het afgelopen jaar heeft hij vastgezeten. Een vonnis komt vandaag pas. Er was vertraging in het systeem of zo, ik weet het niet precies. We zijn hem elk weekend gaan opzoeken. Eén keer per maand mocht zijn vader bij hem zitten, de andere weken konden ze alleen vanachter dik glas met elkaar praten, door een telefoon.’

De kans is groot (‘als Allah het wil’, zegt zijn vader) dat Mehmet vandaag wordt vrijgesproken of een voorwaardelijke straf krijgt. En dan? ‘Hij moet maar gaan werken, ik verdien nauwelijks genoeg om voor mijn vijf kinderen te zorgen. Nu is de elektriciteit weer afgesloten omdat ik de rekening niet kon betalen.’ Tante: ‘Ik denk wel eens: laat die jongen nog maar even in de gevangenis. Daar krijgt hij te eten, heeft hij een goed dagritme, een fatsoenlijk bed. Natuurlijk hoop ik dat hij wordt vrijgesproken, maar wat voor leven krijgt hij in vrijheid?’

Umran Tan wil niet zeggen welke zaken haar in haar lange carrière als kinderrechter het meest hebben aangrepen. ‘Ik wil mijn kritiek niet baseren op een zielig verhaal. Het gaat om grote manco’s in het systeem, die elk kind treffen dat de fout ingaat, kruimeldief of moordenaar.’
Ze uit haar kritiek al jaren, ook voor haar pensioen, maar vond bij haar collega’s geen gehoor. ‘Het kan mensen eigenlijk niet zo veel schelen’, zegt ze. ‘De kinderrechters zijn niet speciaal geïnteresseerd in kinderen en recht. Dat ik er een baan kreeg, was ook maar toeval. De overheid plaatst je ergens en dat is dat, naar competenties of interesses wordt niet gekeken.’
Kritiek is bovendien niet gebruikelijk in het Turkse juridische systeem. Dat blijkt ook uit reacties van de advocaten die vandaag in de hal staan te wachten tot hun zaak voorkomt. Eén advocaat heeft van Tans film gehoord en er een stukje van op tv gezien, maar weinig commentaar, anderen kunnen zich niet vinden in haar kritiek. ‘Het systeem werkt prima’, zegt er één, ‘kinderen onder de vijftien gaan nooit naar de gevangenis, oudere wel. Voor jongere kinderen is er ook het internaat, die mogelijkheid biedt de wet. Dus wat is het probleem?’

Een tweede film

Ondanks haar frustraties heeft Umran Tan nooit overwogen haar baan op te geven. ‘Ik had toch het idee dat ik een klein beetje verschil kon maken. Door naar de kinderen te luisteren, door waar mogelijk gebruik te maken van de internaatregeling, door intern vragen te stellen – ook al werd er niet naar me geluisterd.’
Nu wordt Umran Tan in elk geval gehoord. Haar korte film kreeg veel aandacht in Turkije, zowel op prime time-tv als in grote landelijke kranten. Vanuit haar beroepsgroep of de overheid kwam daar vooralsnog geen enkele reactie op, hooguit van wat vrienden uit het vak. Een echt groot publiek bereikte de film zelf vooralsnog niet, hij is alleen vertoond aan groepen genodigden. Maar zodra de Engelse ondertitels klaar zijn, wil ze hem op internet zetten. ‘Ik ben nog lang niet klaar met dit onderwerp. Er komt een tweede film, dat voel ik nu al aan de woede in me. Het zit me nog steeds hoog.’

(foto door mijzelf)

2 Comments »

2 Responses to “De woede van de kinderrechter”

Comments

  1. Brigit nov 13 2008 / 3pm

    Mooi verhaal! Waar wordt/is het gepubliceerd (behalve hier dan)? Enne.. weet Joost hier al van?

  2. Brigit nov 13 2008 / 3pm

    o sorry, ik zie het al: het komt/staat in Wordt Vervolgd.

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel