ISTANBUL – Handel drijven met Turkije, dat is vaak ook politiek. Dat geldt zeker ook voor agrarische handel, zo bleek tijdens de handelsmissie van premier Rutte deze week naar Turkije. Voor de meereizende agrarische ondernemers zijn bijvoorbeeld importheffingen nog altijd een groot probleem.
Het is druk in het Nederlands consultaat in Istanbul. Premier Rutte en de nieuwe minister van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen zijn op bezoek, met in hun kielzog zo’n zestig Nederlandse ondernemers. Naast ondernemers uit de sectoren medische technologie, verkeersveiligheid en schone technologie, spelen ook agrarische bedrijven een belangrijke rol in de missie. Enza Zaden is er bijvoorbeeld bij, het zuivelbedrijf Feed Food en kalfsvleesproducent Van Drie Group.
Tijdens de bijeenkomst worden onder het toeziend oog van premier Rutte en minister Ploumen verschillende handelsovereenkomsten getekend. tijdens die ceremonies heeft Henny Swinkels, directeur corporate affairs van de Van Drie Group, wel even tijd voor een gesprek. Hij tekent geen contracten tijdens deze reis, en dat was ook niet de opzet. Hij is er puur om contacten te leggen en te lobbyen voor een vrijere vleeshandel tussen Turkije en Nederland. Swinkels: ‘Ik ga vaker mee op dergelijke missies, ik zie het als een belangrijke investering in de toekomst van Van Drie Group.’
Eigen productie beschermen
Swinkels zou graag de Turkse markt veroveren met zijn kalfsvlees, maar de omstandigheden laten het vooralsnog niet toe. Swinkels: ‘De importheffing op kalfsvlees is 100%. Dan houdt het op natuurlijk. Terwijl wij graag zouden leveren aan Turkije, een land waar kalfsvlees als delicatesse wordt gezien die wordt geserveerd op speciale gelegenheden. Er wonen hier 75 miljoen mensen, 75 miljoen vleeseters, dat is natuurlijk een enorme markt.’
Hoe nodig kwalitatief goed kalfsvlees in Turkije is, merkte hij zelf toen hij tijdens één van de diners een kalfsschnitzel bestelde: de kwaliteit was niet om over naar huis te schrijven. Swinkels: ‘Het zou mooi zijn als die 100% heffing van tafel gaat, of op zijn minst flink wordt verlaagd. Daar hebben we ook over gesproken tijdens een bijeenkomst met vice-premier Babacan. Hij zei dat hij trots is dat een bedrijf als het onze de Turkse markt op wil, maar dat hij ook de eigen productie van Turkije moet beschermen. Begrijpelijk, maar aan de andere kant: Turkije produceert niet genoeg en zal dus het vlees elders moeten halen om aan de vraag te kunnen voldoen.’
Daar ligt dus een politieke kwestie, waar het bedrijf zich niet direct in kan mengen. Vandaar, zegt Swinkels, dat het zo belangrijk is dat tijdens deze handelsmissie de overheid, de politiek en het bedrijfsleven samenwerken. ‘De overheid doet natuurlijk geen zaken, maar heeft wel de taak de handel zo goed mogelijk te faciliteren. En dat is precies wat tijdens deze reis wordt gedaan. Ondertussen kan het bedrijfsleven contacten leggen.’
Handel en hulp
Ondanks de belemmeringen op sommige vlakken, groeit de agrarische handel tussen Nederland en Turkije. Volgens cijfers van het Nederlandse Ministerie van Landbouw exporteerde Nederland in 2011 vlees en vleesafval ter waarde van €8.415.000 naar Turkije, terwijl dat in 2009 nog maar €914.000 was. Ook in andere agrarische sectoren zit groei: de zuivelexport steeg in die tijd van €8.879.000 naar €1.4766.000. De totale export op agrarisch gebied steeg tussen 2009 en 2011 van €258.161.000 naar 375.369.000. De import vanuit Turkije is overigens ook niet mis: die steeg in dezelfde periode van €285.059.000 naar €325.654.000, met het zwaartepunt op fruit, noten en suiker.
Tijdens de persconferentie wees Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen erop dat er voor Nederlandse bedrijven ook mogelijkheden zijn op het gebied van hoogtechnologische landbouw. ‘Daar liggen mooie samenwerkingen in het verschiet, die productieverhogend kunnen werken.’ Gevraagd naar concrete resultaten, laat Ploumen weten dat het niet het eerste doel van een handelsmissie is om zoveel mogelijk contracten te tekenen: ‘Als Minister van Buitenlandse Handel moet ik meer in het buitenland zijn dan in Nederland, en Nederland zo goed mogelijk internationaal vertegenwoordigen voor het bedrijfsleven. Daar is een missie als deze onderdeel van. Daarbij wordt de nieuwe aanpak van het ministerie: handel en hulp combineren. Ja, dat geldt ook voor Turkije. Turkije exporteert hazelnoten naar Nederland, maar in die industrie is nog veel kinderarbeid. Die willen we in samenwerking met de Turkse overheid en de internationale vakbonsorganisatie ILO de kop in te drukken.’
Of de importheffingen van tafel gaan, daarover valt vooralsnog niets te zeggen. Maar Henny Swinkels van Van Drie Group is optimistisch, en wil na enig aandringen wel de voorspelling doen dat hij in 2013 de Turkse markt op kan. Swinkels: ‘Er zijn geen toezeggingen, maar ik proef het in alle besprekingen die we hebben gehad. De vraag is enorm, daar moet de Turkse overheid toch iets mee. Daarbij zoeken ze buitenlandse investeerders.’
Wie weet, is hij bij de volgende handelsmissie degene die een contract kan ondertekenen en applaus ontvangt van de massa aanwezigen in Istanbul.
Recente reacties