Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

‘Nog minstens een uur?’, vroeg ik wanhopig. ‘Weet u het zeker? Het kan niet waar zijn! Ik wil niet verder in deze trein! Ik ben opgestapt in Diyarbakir, alsjeblieft, ik kan niet meer!’

De trein ging langzaam, en koerste aan op een station. Maar nog stééds niet het station van Adapazari, de bestemming die ik in gedachten had. De tijd: één uur ’s nachts. Ik wilde niets liever dan de trein uit, maar wat waren mijn opties? Een hotel vinden in Arifiye, het kleine plaatsje waar we bijna arriveerden? Waarschijnlijk, zeiden de conducteur en een paar mede-passagiers, is er in Arifiye helemaal geen hotel. Je kunt beter meereizen tot Adapazari, zeiden ze, want daar waren slaapplekken zat. ‘Maar ik reis alleen!’, zei ik, nog wanhopiger. ‘Moet ik daar ‘s nachts om twee uur gaat ronddolen op zoek naar een hotel? Wat moet ik nou doen, wat moet ik nou doen?’

Een treinreis kan nooit te lang duren

En het begon allemaal zo makkelijk. Op donderdagavond nam ik het vliegtuig naar het zuidoostelijke Diyarbakir, met als enige doel daar de volgende ochtend op de ‘fındık treni’ te stappen, de ‘hazelnoottrein’. Die heet eigenlijk de ‘Zuidexpress’ en gaat van Diyarbakir naar Istanbul, pakweg duizend kilometer. Eind juli begin augustus wordt de trein in de volksmond omgedoopt tot ‘hazelnoottrein’: families uit het zuidoosten stappen erin om naar de hazelnootvelden in Noord-Turkije te gaan, om daar te werken tijdens het oogstseizoen. Ze reizen tot Adapazari, en vandaar verder met de bus.
Ik wilde die families ontmoeten, en zo mogelijk met ze meegaan naar de velden. Voor een (lange termijn) project waar ik aan werk, om een verhaal of twee over te verkopen en omdat ik nou eenmaal van treinen hou (ja, da’s een werkwoord). Ik wist dat de reis lang zou duren – officieel van 11.45 ‘s ochtends tot 19.00 uur de volgende dag – maar hey, een treinreis kan nooit té lang duren. Echt, zo naief was ik nog toen ik instapte.

Het grootste probleem was niet dat ik geen coupe voor mezelf kon krijgen omdat die allemaal al waren volgeboekt. Ik wilde immers mensen ontmoeten, en ik dacht dat het geen probleem zou zijn een nachtje in een stoel te slapen – dat doe ik immers vaak zat in een langeafstandsbus. De airco deed het niet, dát was wel een probleem. Het was 40 graden celcius toen de trein uit Diyarbakir vertrok, en natuurlijk rijden treinen nooit in de schaduw op de Anatolische vlaktes. De ramen konden niet open, of slechts een heel klein beetje. Het was heet, zo heet, en nergens afkoeling te vinden.

Mensen openden deuren terwijl de trein reed, en ik ging erbij staan in het halletje. Ik vind wel wat wind op, maar dat hielp nauwelijks want die wind was echt heet, en nauwelijks verkoelend. Sterker nog: in de provincies in het zuiden zat veel zand in de lucht, afkomstig van zandstormen in Syrië, zeiden mijn medepassagiers. Dus behalve dat ik het veel te warm had en me de blubbers zweette, werd ik ook nog eens gehuld in een laagje zand. Als klap op de vuurpijl hielden m’n darmen ermee op en rende ik elk uur naar het toilet. Eén keer viel ik zowat in mijn eigen (vul het ontbrekende woord in) toen de trein plotseling remde terwijl ik net door mijn knieën ging.

Terwijl de zon onderging, staken we de Eufraat over

Ik deed mijn best dit alles mijn humeur niet te laten verpesten. Het uitzicht was spectaculair, en zelfs onwerkelijk soms. We passeerden het meer Hazar, provincie Elazig. Een groot meer, helemaal verlaten op een paar mensen na die in het water spatterden, het was snikheet maar er zat zoveel zand in de lucht dat er geen zonnestraaltje doorkwam. Magisch, mysterieus, onwerkelijk. En terwijl de zon onderging, staken we de Eufraat over. Waanzinnig: de Eufraat is enorm breed, de oevers zijn ruig en leeg, op een paar kleine dorpen na. En deze hoogtepunten waren weer onderdeel van een grotere prachtige ervaring: honderden en honderden kilometers van langzaam veranderende landschappen. Ruige vlaktes, groene valleien, met alle landbouw die Turkije rijk is, van abrikozen en meloenen tot mais, graan, zonnebloemen en hazelnoten. En dat weer begeleid door het geluid van de voortsukkelende trein.

En ja, ik kwam ook in contact met een ‘hazelnootfamilie’. Ze reisden met zijn negentienen, en hadden feitelijk hun huishouden naar de trein verplaatst. Ze hadden ook zo’n gasbrander bij zich om op te koken, en nodigden met uit mee te eten met hun groentepotje, en later verse thee te drinken. Ik ga ze later weer opzoeken, als ze aan het werk zijn in de velden. Ik kon niet meteen met ze mee, want ze wisten nog niet precies waar ze naartoe zouden gaan en wilden dat eerst uitzoeken.

Veel moois dus onderweg, maar ook voor mij is er ergens een grens aan wat ik hebben kan. Een nacht slapen in een busstoel is toch heel wat anders dan de dag ervoor én erna in dezelfde stoel doorbrengen, ook al kun je rondlopen. Zeker als de omstandigheden niet eh, ideaal zijn. En de trein steeds meer vertraagd raakt. Aan het eind van de middag werd verwacht dat we rond elf uur ‘s avonds in Adapazari zouden zijn en dat leek me nog een redelijke tijd om een hotel te zoeken. Maar om één uur ‘s nachts waren we er nóg niet, en bleek het dus nog minstens een uur te duren! Toen hield ik het niet meer. En toen ik een beetje wanhoop liet ontsnappen, kwam alles eruit.

Neem ik ooit weer een trein in Turkije?

De conducteur zag mijn wanhoop – het viel ook niet te missen natuurlijk. ‘Wacht’, zei hij. We stopten op station Arifiye, and hij begon te bellen en praatte met wat agenten op het perron. Hij kwam terug en zei: ‘Pak je spullen, hier valt wel wat te regelen.’ Een medepassagier hielp me met mijn koffer, en op het perron stelde de conducteur me voor aan een paar agenten. ‘Er is hier een hotel’, zei hij. ‘Zie je, daar, tegenover het station. Deze politieman gaat je helpen.’ Politieman pakte mijn koffer en droeg hem de stationstrap af. Buiten stonden een paar mannen te kletsen en thee te drinken. Het hotel zag er donker uit, dus de politieman vroeg de mannen of dat hotel open was. ‘Ja’, zei één van de theedrinkers, ‘het is open en het is mijn hotel. Kom maar mee.’

Dus vijftien minuten na mijn wanhoopaanval in de trein stond ik in een redelijk hotel onder een frisse douche. En daarna viel ik op een heerlijk bed in een coma. Neem ik ooit wéér een trein in Turkije? Natuurlijk. Maar als het weer zo’n gruwelijk lange trip is, zorg ik er voortaan wel voor dat ik een coupe voor mezelf heb, en ik trein niet meer in hoogzomer. Maar uiteindelijk had ik toch ook deze ervaring niet willen missen.

Op een dag, als er heel veel is geïnvesteerd in het Turkse spoorwegnet (Insjallah) en de hogesnelheidstrein je in zes uur van Diyarbakir naar Istanbul brengt, kan ik zeggen: ‘Ik heb die trein eens genomen in de dagen dat ‘ie nog 27,7 kilometer per uur ging. Ik zal het nooit vergeten.’

5 Comments »

5 Responses to “Wanhoop in een hazelnoottrein”

Comments

  1. Willem Slaapmaat aug 03 2011 / 7pm

    Oh wat een ellende met je darmen. ik was 2 weken terug in diyarbakir – interessante stad – en door de hitte had ik ook last van mn darmen. gelukkig had ik zo`n bus in de nacht naar ankara terug!

    treinen is prachtig, zoals je beschrijft. gelukkig dacht ik dat er maar 150 km spoor was rond DIY, anders was ik ook in de verleiding gekomen.

    benieuwd naar je hazelnotenverhaal

  2. Henk aug 04 2011 / 12pm

    100 mtr. van ons huis staat een mooie hazelnootboom,wanneer deze rijp zijn staan er allemaal Turkse vrouwen diep voorover gebogen de noten te verzamelen.Maar helaas moet jij er wel een lange reis voor over hebben om met ze in gesprek te komen.De temperatuur is ook goed hier.
    Ik heb vanmorgen 3 heerlijke boterhammen gegeten met hazelnootpasta! grapje hoor, ik heb met je te doen .
    Ik denk wel dat je genoeg inspiratie hebt opgedaan in de trein, om er een mooi verhaal over te schrijven.
    Succes!!!

  3. coby aug 05 2011 / 8am

    juist vanwege de omschrijving van het landschap hadden wij in juni de trein willen nemen van Malatya naar Izmir. Omdat deze alleen ‘s nachts rijdt hebben we maar een vliegtuig genomen. Maar onze wens is nog steeds een treinreis te maken. Wij hebben jaren geleden een soortgelijke toestand meegemaakt toen wij naar de Zwarte zee wilden. Alle bussen waren vol met wat wij achteraf hoorden hazelnootplukkers. Hebben toen op een politiebureau geslapen. En kregen tassen vol hazelnoten mee van de bevolking. Leuk stuk.

  4. M aug 22 2011 / 1pm

    Dat was afzien!
    Maar wat een ervaring en herinneringen, mooi hoor!
    En ook weer een mooi voorbeeld van Turkse behulpzaamheid…waar vind je in Nederland een conducteur die de plaatselijke politie belt om je naar een hotel te brengen…;-)

  5. yasar sep 19 2011 / 10pm

    Ik mis mijn land en mijn oude leven.

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel