Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Ik ben op de zesde verdieping van een appartemententoren van zo’n twaalf verdiepingen. Vanaf het balkon kijk ik uit over de omgeving en klets met R., de bazin des huizes. Het stadsdeel heet Diclekent en is enorm en nog behoorlijk nieuw. Het blok waarin R. woont met haar man en drie kinderen, staat er sinds 2007. Luxe, ruime appartementen, parken tussen de woonblokken, speeltuintjes. Diyarbakir groeit snel, en nieuwe wijken als deze worden ook nu nog in flink tempo bijgebouwd.

Het ziet er modern uit, maar dat wil niet per se zeggen dat het leven daarbinnen ook altijd modern is. We kijken uit over andere betonnen blokken en een klein park met babyboompjes, en, daarachter, een groot stuk braakliggende grond. Er branden twee vuren, met vrouwen er omheen. ‘Ik ga daar ook vaak naartoe’, zegt R. Ze komt oorspronkelijk uit een dorpje in de provincie Hakkari. Ze vervolgt: ‘We maken een vuur en we grillen groenten, meestal aubergine en peper. Heerlijk.’

Diclekent (maar niet het deel waar R. woont). Links achter de gebouwen zo'n braakliggend terrein. Klik om te vergroten.

Daar weet ik alles van, ik eet het geregeld. Je kunt het in veel gerechten gebruiken, de aubergine bijvoorbeeld ook voor een overheerlijke auberginesalade. R. opent haar enorme koelkast en laat me een paar diepgevroren blokken gegrillde groenten zien. ‘Kijk’, zegt ze, ‘Ik maak altijd een heleboel in één keer, en dan vries ik het in. Ik vind het heerlijk daar naartoe te gaan. We zitten met z’n allen bij het vuur, we praten en we grillen. Erg traditioneel. We geven dat niet op omdat we nu toevallig in moderne huizen in de stad wonen.’

In de hoek van het terrein ontwaar ik een berg stenen. Ik herken het op afstand: een broodoven. Je maakt er een vuur in en je plakt de platte broden vervolgens tegen de binnenwand van de oven. Lékker! Ik liep eens rond in Diyarbakir toen een vrouw net een paar van zulke broden klaar had, en ze stond erop dat ik er één meenam. Ze propte het in mijn rugzak, ik voelde de warmte van het brood door de stof van de tas heen op mijn rug. Dichtbij dit braakliggende terrein is ook een bakkerij. Natuurlijk gaan daar veel mensen naartoe om brood te kopen, maar de traditionele oven is net zo goed dagelijks in gebruik.

Mooi natuurlijk, zulke oude traditiees die in de stad blijven bestaan. Maar een paar dagen eerder hoorde ik ook de andere kant van het vasthouden aan een traditionele levensstijl. Dat gebeurde toen ik ‘s avonds voor een wandelingetje naar het park ging.

Ik zat even op een bankje, en er kwamen twee jonge mannen op me af. Of ze me iets mochten vragen? Dat mocht natuurlijk. Ze herkenden me van een TV-optreden een paar maanden geleden op CNN Turk. ‘Fantastisch’, lieten ze weten. Mochten ze erbij komen zitten om een beetje te praten? Natuurlijk.

Drie minuten later hadden ze me verteld dat ze homo zijn. Het kwam nogal uit de lucht vallen. Ze vroegen waar ik vandaan kwam, en nadat ik dat had gezegd en nadat ik had bevestigd dat homo’s in Nederland inderdaad kunnen trouwen, zeiden ze: ‘Daar willen we naartoe! Wat een vrijheid!’

Homorechtenbetoging, eerder dit jaar in Diyarbakir. De plaatselijke homogroep heet Hebûn, wat zoveel betekent als 'Zijn', 'To be' in het Engels. Klik om te vergroten.

Nou ja, ik gebruik hier uitroeptekens, maar ze fluisterschreeuwden, je kent dat wel. Ze waren namelijk geheime homo’s. Niemand wist het. Ze hadden elkaar leren kennen op een website en waren goeie vrienden geworden. Eén van de twee had een vriend, de ander niet. Niemand mocht er ooit achter komen. ‘Weet je dat er Koerdische homo’s zijn die door hun familie zijn vermoord?’ Ja, dat weet ik.

 

Ik bracht een homorechtengroepering in Diyarbakir ter sprake, die eerder dit jaar een betoging hield voor homorechten. Waren ze daar naartoe geweest? ‘Nee joh’, zeiden ze. ‘Veel te gevaarlijk. Er waren nauwelijks homo’s uit Diyarbakir. De deelnemers kwamen vooral uit andere delen van Turkije naar de stad om homo’s hier te steunen. Fantastisch natuurlijk.’

Ze droomden ervan naar elders in Turkije te vertrekken. Naar Izmir, aan de westkust, of naar Istanbul. Daar zouden ze een vrijer leven kunnen leiden, weg van de druk van de familie. Maar ze maakten zich ook zorgen over het wonen in die modernere steden. ‘Het is daar niet gemakkelijk om Koerd te zijn, weet je. Als je zegt dat je uit Diyarbakir komt, word je anders behandeld. Dus als we daar ooit terecht komen, zullen we geheime Koerden moeten worden.’ Ze moesten er erg om lachen. ‘Tragikomisch he? Hier in Diyarbakir zijn we geheime homo’s, in Izmir worden we geheime Koerden’.

Ze keken om zich heen. Auto’s raasden langs op de drukke weg langs het park. Een ouder deel van Diyarbakir aan de ene kant, spiksplinternieuwe apartementenblokken aan de andere. ‘Laat je niet voor de gek houden door die moderne gebouwen’, zeiden ze, ineens op serieuze toon. ‘Dat is allemaal buitenkant. In al die huizen is het leven nog steeds erg traditioneel. Je moet erin passen. En het leven is erg moeilijk als je anders bent.’

No Comments »

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel