Kurdish MattersNieuwe site! Volg me tijdens mijn werk aan mijn boek over de Koerdische kwestie: www.KurdishMatters.com

Nog steeds verhuizen er Nederlandse scholieren van Nederland naar Turkije om daar de middelbare school te volgen. Om ze grondig kennis te laten maken met de Turkse cultuur, om te voorkomen dat ze het verkeerde pad opgaan, maar vooral omdat ze daar in het onderwijs meer kansen hebben. Sema (16): “Ik ben hier gekomen om me op mijn lessen te concentreren.”

De eerste maten van Für Elise snerpen en galmen door de hallen van de school. Pauze! Groepjes meiden komen de trappen af, de armen verstrengeld, hand in hand of plukkend aan elkaars haar. Allemaal een grijsgeruite rok, donkere maillot, een rood shirt. Vanmorgen om 8 uur zijn ze allemaal één voor één de school binnen gekomen onder het keurend oog van een docent: uniform netjes en de rok niet te kort, geen gel in het haar, geen make up, stevige schoenen.
Sema Kaya (16) vindt het wel prettig dat ze een uniform aan moet en dat make up op school streng verboden is. Nu wel. Ruim twee jaar geleden, toen ze samen met haar zus Selamet vers uit Arnhem naar Turkije kwam om naar school te gaan, vond ze het maar niks: “We waren gewend ‘s ochtends kritisch voor onze kledingkast te staan: wat moeten we vandaag weer aan? Je moest er goed uitzien, anders hoorde je er niet bij.” De schok dat zelfs het meenemen van make up naar school in Turkije verboden bleek zodat je ook vóór je ‘s middags de school verlaat je ogen niet een beetje kunt bijwerken, is nu ruimschoots voorbij. Sema permitteert zich alleen nog een met balpen getekend lachend gezichtje op haar uniformrokje – haar moeder schudt het hoofd: al vaak gewassen maar nee, die inkt gaat er nooit meer uit.

“In Nederland was ik een zwakke leerling”

Veel Turken die in de jaren zestig en zeventig als gastarbeider naar Nederland kwamen, hebben hun thuisbasis in het midden van Turkije. Wie hun puberende nakomelingen zoekt die in Nederland opgroeiden maar nu hun middelbare school in Turkije doen, komt dus al snel terecht in een centraal-Turkse stad als Kayseri. Rond de één miljoen inwoners, conservatief maar economisch één van de succesvolste steden van Anatolië. Het Yelkenoglu Lyceum, waar Sema Kaya dagelijks van 8 tot 4 haar lessen volgt, staat aan de rand van de stad, is aan de buitenkant knalroze geverfd en van binnen licht, airconditioned en galmend. Vierhonderdvijftig meiden van tussen de dertien en zeventien gaan hier naar school. Iedereen kent elkaar, de klassen zijn klein, de docenten streng.
“We zijn hier gekomen om te studeren en ons op de lessen te concentreren”, zeggen Sema en Selamet (die naar een andere school gaat) in koor. Toch een beetje wonderlijk om te horen van twee levendige meiden van 16 en 18. Maar er klinkt geen knipoog in door. “In Nederland hou je je lessen bij en zorg je dat je overgaat. Hier in Turkije leeft meer het gevoel dat je naar een doel toewerkt.” Voor zowel Sema als Selamet is dat doel: de universiteit. Selamet: “In Nederland had ik geen doel. Ik zat op het vmbo, ik was een zwakke leerling en deed maar wat.” Sema: “Ik zat in Nederland op de havo. Hier in Turkije is het fijn dat iedereen serieus met school bezig is.”

Sema Kaya (midden)

Voor de ‘gastarbeiders’ was het niet ongewoon de kinderen terug te sturen naar Turkije om daar bij familie te wonen en de middelbare school te volgen. Angst voor het vrijere leven in Nederland was een reden, net als de wens de kinderen grondig kennis te laten maken met de Turkse cultuur. Dat laatste geldt nog steeds, dat eerste een stuk minder, zo valt op te maken uit gesprekken met scholieren die nu in Turkije naar school gaan en hun ouders. En van ‘terugsturen’ is al helemaal geen sprake: de beslissing wordt veelal in gezamenlijkheid genomen en soms ligt het initiatief zelfs bij de kinderen zelf.
Enes Çelik (16) kwam zelf op het idee de overstap naar Turkije te maken. Ook hij gaat in Kayseri naar school. Naar het Kiliçaslan Lyceum, met al net zo’n galmende acoustiek. Enes komt bezweet uit de gymzaal. “Kijk”, zegt Abdullah, zelf een paar jaar geleden uit het noord-Duitse Hannover gekomen, “dit is mijn vriend Enes. Hij woonde een paar weken geleden nog in Rotterdam.”

Enes gaat in het gras zitten en vertelt dat hij begin dit jaar voor het eerst het idee kreeg om Nederland achter zich te laten. Hij hoorde van een andere Turk die de overstap had gemaakt en sindsdien liet de gedachte dat hij óók naar Turkije zou kunnen gaan, hem niet meer los. “Ik heb ontzettend getwijfeld. Zou ik in Turkije wel nieuwe vrienden maken, zou ik er wel passen?” Ook de liefde belette hem de keus al te lichtzinnig te maken: op de dag van het interview zijn hij en Ayşe precies een jaar samen. “Zij woont nog in Rotterdam. We zien elkaar over negen maanden pas weer.”
Zijn toekomstdromen wogen zwaarder dan vriendschappen en liefde: Enes wil in Turkije naar de universiteit en het leek hem beter die stap vanuit het Turkse onderwijssysteem te maken. Had hij in Nederland niet naar de universiteit gekund? “Misschien wel, maar het is een lange weg. Ik zat op de mavo, eigenlijk het vmbo-tl. Dan zou ik daarna naar het mbo kunnen, dan naar het hbo en daarna misschien naar de universiteit. Hier kan ik vanuit het lyceum direct naar de universiteit. Niet dat het hier zo makkelijk is om toegelaten te worden bij een studie hoor. Er zijn te weinig plekken en de selectie is streng. Je moet keihard werken om er te komen. Dat word je hier ook wel ingepeperd. De sfeer is heel toekomstgericht. Ik ga nu al gemotiveerder naar school.”

“En als je vijftien bent, begint het drinken”

Daar herkent Özgan Şahin (17) zich helemaal in. Hij zit bij Enes op school, woont met zijn zus en zusje bij zijn opa en oma en kwam jaren geleden al naar Turkije, vlak nadat hij de basisschool in Amsterdam had afgemaakt. Hij kreeg daar vmbo-advies. “Ik had wel beter gekund”, zegt Özgan, “maar ik deed niet zo mijn best op de cito-toets omdat ik toch naar Turkije zou gaan.” Özgans (gescheiden) vader Ümit legt telefonisch vanuit Amsterdam uit waarom hij het beter vond voor zijn zoon en twee dochters de middelbare school in Turkije te doen: “Tja, hoe gaat dat in Amsterdam. Je komt op een zwarte school terecht, en als je vijftien, zestien bent begint het drinken, cafeetje, koffieshop. In Nederland was de kans groter dat hij een hangkind zou worden, of op zijn negentiende zou gaan werken in plaats van verder te studeren.” Ook het geloof speelde een rol: “Ik heb mijn kinderen de islam meegegeven, en in Turkije krijgen ze daar meer van mee dan in Nederland.”

Özgan Şahin (midden)

Betere kansen in het onderwijs. Of: te weinig kansen in het Nederlandse onderwijs. Dát is tegenwoordig de belangrijkste reden dat Turks-Nederlandse kinderen als pubers of zelfs al tijdens de basisschool de overstap naar een school in Turkije maken. Voor allochtone kinderen is het nog altijd moeilijker een hogere opleiding te volgen, en aan hun capaciteiten ligt dat niet. Dat blijkt klip en klaar uit onderzoek van Maurice Crul, onderwijssocioloog aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). “Van de allochtone jongeren op het HBO is de helft na de basisschool naar het vmbo gegaan”, zegt hij. “Dat is twee keer zo vaak als bij autochtonen.” Goed, er is altijd een groep die wat later bloeit, maar dat kan dit grote verschil niet helemaal verklaren. Crul: “Allochtone kinderen die met de cito-toets een havo- of vwo-score halen, krijgen vaker dan autochtone jongeren toch een vmbo-advies. De leerkracht zegt dan: ‘We verwachten gezien het thuismilieu niet dat dit kind zijn of haar potentie waar kan maken’. De ouders, of één van de ouders, spreekt bijvoorbeeld slecht Nederlands of is laag opgeleid, en ze lijken niet zo betrokken bij de opleiding van hun kind. Ik draai de redenering graag om. Als een kind thuis niet zo’n stimulerende omgeving heeft maar het toch voor elkaar krijgt bij de cito-toets een havo- of vwo-score te halen, dan heeft zo’n leerling veel in zijn mars! Die stuur je dan toch juíst naar de havo of het vwo?”

Nauwelijks docenten beschikbaar

Volgens Crul hebben allerlei onderwijshervormingen het voor allochtonen niet makkelijker gemaakt in het Nederlandse onderwijssysteem. De brede brugklas is verdwenen, het studiehuis ingevoerd. Het studiehuis verlangt van scholieren dat ze zelfstandig leren en hun studieroute zelf uitstippelen, op het vmbo is de begeleiding juist strak. Crul: “Dat maakt de overstap van vmbo naar havo lastig, het is een heel andere manier van werken. En dan moet je ook nog een extra vak nemen op de havo.” De route vmbo – MBO – HBO gaat om dezelfde reden niet over rozen: na het vmbo komen pubers op hun zestiende terecht op het MBO, waar de begeleiding ineens stukken minder intensief is dan op het vmbo. “Terwijl juist deze kinderen op die leeftijd nog begeleiding nodig hebben”, zegt Crul.
Overigens is het onderwijsniveau in Turkije over het algemeen wat lager dan in Nederland, maar de variatie is groot: er zijn uitstekende lyceums die zich prima met de beste scholen in Nederland kunnen meten, maar ook lyceums die een Nederlandse vmbo-er op zijn sloffen zou halen. Ook op universitair terrein zijn de verschillen groot: er is een aantal prima universiteiten, maar een universitaire opleiding is zo gewild dat de ene na de andere academische instelling uit de grond wordt gestampt waarvoor vervolgens wel studenten maar nauwelijks docenten beschikbaar zijn.

Helin Akdeniz

Helin Akdeniz (12) zit met haar moeder Arzu (38) in de keuken van een blinkend, groot appartement in Turkije’s hoofdstad Ankara. Helin had hordes vriendinnetjes op de basisschool in Zwolle, in Ankara beperkt haar sociale leven zich tot school. Klasgenootjes wonen verspreid over de stad, ze is nog te jong om daar zelf naartoe te reizen en haar moeder heeft haar eigen zaak en kan haar dochter niet halen en brengen. Op school zijn de pauzes kort, en na schooltijd stapt iedereen in de servicebusjes van school die de kinderen thuis afzetten. Ze zou wel in het volleybalteam van de school willen, maar ja, na de training zijn de servicebusjes weg en hoe komt ze dan thuis?

“Ik herinner me nog dat we onze spullen inpakten”, vertelt Helin zachtjes. “Dat was spannend, maar ik was ook verdrietig. Ik vond het best leuk op vakantie te gaan naar Turkije, maar ik wilde er nooit wonen.” Waarom niet, dat vindt ze moeilijk onder woorden te brengen. Ze vertelt over het eerste jaar in Ankara, waarin ze nog bij familie woonden en ze geen eigen kamer had. “Toen vond ik het echt niet leuk.” Of, zoals moeder Arzu zegt: “Ja, toen vloeiden er best wat traantjes.” Inmiddels, drie jaar later, gaat het stukken beter. De school is streng maar leuk, ze heeft er vriendinnen gemaakt en sinds ze in hun eigen huis wonen, heeft ze een eigen kamer waar af en toe een vriendinnetje blijft logeren. “En ik heb nog veel contact met mijn vriendinnen in Nederland, via msn.”
Het verhaal van Helin begint eigenlijk bij het verhaal van haar moeder. Zij kreeg als dochter van een gastarbeider op de lagere school het advies ‘huishoudschool’. Haar ouders kenden het Nederlandse onderwijssysteem niet goed, maar wisten wel dat hun dochter meer in haar mars had. “Ze zeiden dat ze me in Turkije naar school zouden sturen als ik het niet mocht proberen in de brugklas. Toen ging de leraar overstag. Ik mocht het drie maanden proberen, dan kon ik daarna alsnog naar de huishoudschool.” Arzu werkte hard en zag de huishoudschool nooit van binnen: ze stroomde door naar het atheneum.  Arzu: “Vanaf toen weet ik dat je je als buitenlander extra moet bewijzen. Dat is nog steeds zo en dat wil ik niet voor Helin.”

Helin wil kinderarts worden

Ergens, zegt Helins moeder, speelt er ook angst mee. Angst voor de in haar ogen vrijblijvendheid van de Nederlandse opvoeding, waarin kinderen rond hun achttiende ineens zelf keuzes kunnen maken. “Dan hebben ze geen zin meer om naar school te gaan en zeggen ze: ik ga werken. En de ouders vinden dat dan oké. Ik was bang dat Helin daardoor zou worden aangestoken. In Turkije zijn mensen er zich bewuster van dat je keihard moet werken om later een inkomen te hebben. Er zijn geen vangnetten waar je op terug kunt vallen, je moet het zélf doen. Dat wil ik Helin en haar broertje Deran meegeven.”
Helin wil kinderarts worden en is daar behoorlijk stellig in. Arzu: “Dat vind ik goed. In Nederland zijn kinderen zo weinig met hun toekomst bezig.” Helin lacht verlegen, en verklaart nu niet meer terug te willen naar Nederland. Waarom niet? Nou, gewoon. Al pratend wordt het antwoord gevonden: nu is ze híer gesetteld, en weer zo’n overgang, dat ziet ze echt niet zitten.

In het onderzoek van Maurice Krul had 4% van de Turken minstens drie maanden onderwijs in Turkije gevolgd. Een percentage dat alleen de jongeren betreft die weer zijn teruggekomen naar Nederland – er is geen zicht op hoeveel jongeren na hun middelbare schooltijd in Turkije blijven. Het percentage Turkije-gangers zal de komende jaren verder dalen, verwacht Crul. “Een flink deel van de ouders”, zegt Crul, “zoekt in Nederland een oplossing voor de onderwijsproblemen van hun kinderen. In verschillende grote steden zijn bijvoorbeeld huiswerkbegeleidings- en mentorprojecten opgezet door veelal Turkse studenten die zelf soms ook de lange weg vanaf het vmbo hebben afgelegd. Zij vormen een schakel tussen de school en thuis.”
Dergelijke Nederlandse oplossingen zijn niet afdoende voor Turken die willen dat hun kinderen het land van hun ouders en grootouders beter leren kennen. Dat speelde bij de zusjes Sema en Selamet een rol, en zij vonden het ook fantastisch naar Turkije te verhuizen. Zij verbleven hun eerste jaar in Turkije in een internaat, daarna kwam hun moeder ook naar Turkije en hun vader voegt zich bij hen na zijn pensionering. Sema: “Nederland is prima, maar we houden echt van Turkije. Hier kunnen we de grond wel kussen.”

“Ik mis Nederland lang niet altijd”

Özgan Şahin merkt vooral dat hij Nederland mist als hij tijdens de drie maanden durende zomervakantie in Amsterdam bij zijn vader is. “Ik ging een keer met mijn vader boodschappen doen, beetje kletsen, beetje lachen. Ineens miste ik dat zo in Turkije. We hebben erover gepraat. Hij zei dat het toch beter was dat ik het lyceum in Turkije af zou maken omdat ik in Nederland weer een paar klassen terug gezet zou worden. Ik mis Nederland lang niet altijd hoor. Ik heb mijn zusjes, en mijn opa en oma die bijna veertig jaar in Nederland hebben gewoond en het land dus ook kennen. Ik heb veel vrienden, ik sport veel.” Maar over een paar jaar loopt hij weer in Amsterdam rond, of misschien in Utrecht of Leiden. “Ik wil naar een Nederlandse universiteit en dat kan onder bepaalde voorwaarden. De Nederlandse universiteiten staan veel beter aangeschreven dan de Turkse. Daarna blijf ik denk ik ook in Nederland. In Turkije is de kans groot dat je werkloos wordt na de universiteit, of dat je alleen een baantje ver onder je niveau kunt vinden. Economisch is Nederland gewoon beter.”

7 Comments »

7 Responses to “De lokroep van de Turkse school”

Comments

  1. Wendy nov 05 2008 / 11am

    Wat een leuk artikel is het geworden! Groet uit Ankara!

  2. selma nov 07 2008 / 1pm

    Ha1 wat een leuk art1kel ook m1jn dochter van 12 z1t s1nds 1 jaar op een turkse school in turk1je en het gaat hardst1kke goed zou leuk z1jn geweest als ze ook b1j het art1kel een plekje had gehad maar helaas.

  3. Fréderike Geerdink nov 07 2008 / 1pm

    Selma, dat vertel je me nu pas? Ik heb me gek gezocht naar interviewkandidaten! Zul je altijd zien: artikel klaar, en daarna rollen de cases vanzelf bij je binnen ;-)

  4. Meltem Yildiz nov 09 2008 / 9pm

    Hoi Frederike,

    Wij gaan over twee maanden voorgoed vertrekken uit Nederland, naar Tasucu- Mersin. Ik heb twee kinderen en die gaan natuurlijk mee.
    Voor mij en voor mijn man is het nog niet bekend of we snel werk vinden.

    Misschien zijn wij voor jou interviewkandidaten voor later!

    Leuke verhaal trouwens, mijn oudste zoon heeft ze ook gelezen. Hij heeft zin in om in Turkije naar school te gaan.

    vriendelijke groet,
    Meltem Yildiz

  5. steven nov 20 2008 / 5pm

    Ik ben een leerling van het Technisch instituut te Sint-carolus. Ik heb een eindwerk en moet werken rond scholen, het liefste sportscholen, tieners en hun sporten in Turkije.
    Als er mensen zijn die willen helpen? Je kan me bereiken op volgend e-mail adress. steventjesmet@hotmail.com
    Alvast bedankt

  6. Peri dec 26 2008 / 4pm

    Leuk artikel

  7. Funda nov 01 2010 / 5pm

    Wow,
    Het is fijn om te weten dat er toch kansen zijn voor allochtone kinderen die in Nederland laag gescoord hebben, mijn broertje is namelijk een van hen. Maar hij vindt het toch eng om te wennen aan een nieuwe omgeving, school en vrienden.
    Ik weet het verschil tussen onderwijs van Nederland en Turkije heel goed. Basisschool had ik in Turkije afgemaakt. Maar Fréderike, bedankt voor zo een goede artikel…

Leave a Reply

 tekens beschikbaar

Snel